Sterke demografische groei zet per definitie grote druk op de woonopgave. Maar kan dat op een manier die minder ruimte consumeert dan nu gebruikelijk is? Kan de groei ook ingezet worden als middel om een regio te creëren die klimaatbestendig is, met een vlotte en gezonde mobiliteit, en met een duurzame circulaire economie? Hoe wordt de bevolkingsgroei een kans – een hefboom – voor duurzame ruimtelijke ontwikkeling?

Deze ambitieuze vraag was de aanleiding voor de IABR en de Provincie Oost-Vlaanderen om de handen ineen te slaan. Drie jaar lang onderzoekt en test het IABR–Atelier Oost-Vlaams Kerngebied (OVK), samen met lokale en internationale ontwerpers, experts en stakeholders, hoe plaats te maken voor de toekomst. En meer specifiek wordt er nagedacht over hoe er ruimte gemaakt kan worden voor het productieve landschap, voor nieuwe mobiliteitssystemen, voor circulaire economie en woonwerkwijken.

Het Oost-Vlaams Kerngebied is een netwerk van steden en gemeenten in de agglomeratie rondom Gent. Verwacht wordt dat de bevolking er tussen nu en 2050 met ongeveer 15 tot 25 procent zal groeien. Tegelijkertijd is er sprake van toenemende sociale ongelijkheid op de woningmarkt, vergrijzing en kleiner wordende gezinnen. Er moeten dus duizenden woningen, werkplekken en voorzieningen bijkomen. Die opgave zet steeds grotere druk op het gebruik van ruimte, maatschappelijke voorzieningen en infrastructuur.

Open ruimte werd in het Oost-Vlaams Kerngebied de afgelopen decennia al te gemakkelijk aangesneden voor bebouwing. Maar als de verwachte bevolkingsgroei wordt opgevangen op die gebruikelijke manier dan is bovenop de nu gereserveerde woonuitbreidingsgebieden ook nog eens tien procent van de bestaande open ruimte nodig. Het huidige ruimtelijk beleid loopt dus letterlijk tegen zijn grenzen aan, in meerdere opzichten. Andere maatschappelijke domeinen en beleidssectoren zoals leefmilieu, mobiliteit of economie hebben zich tot nu toe aan de dominante bouwlogica aangepast, maar in het licht van de klimaatdoelstellingen is dit niet langer de wenselijke praktijk.

Het IABR–Atelier Oost-Vlaams Kerngebied onderzoekt daarom of het ook andersom zou kunnen, of en hoe er vanuit de samenhang van alle opgaven kan worden gekeken naar de woonopgave. Meer inwoners betekent immers meer menselijk kapitaal, toenemende sociaaleconomische dynamiek en meer kritische massa. Dat zijn kansen die niet alle regio’s hebben en die in het Oost-Vlaams Kerngebied een potentiele hefboom kunnen zijn om meerdere grote vraagstukken mee aan te pakken. Het Atelier verkent welke uitdagingen er in de regio spelen op het gebied van mobiliteit, economie en ecosysteem, en ontwerpt strategieën waarbij de bevolkingsgroei als instrument kan worden ingezet voor duurzame ruimtelijke ontwikkeling.

Het productief landschap in Oost-Vlaanderen bestaat uit landbouwgebieden, maar ook uit fietsdreven en trage wegen, rivieren, beekjes, kanalen en polders, natuurgebieden en bossen. Elk afzonderlijk en gezamenlijk leveren deze elementen noodzakelijke ecosysteemdiensten aan de maatschappij, van voedselproductie, buffering en zuivering van water en hernieuwbare energie tot biodiversiteit en (gezonde) recreatie. De verstedelijking heeft de ruimte voor het ecosysteem en daarmee zijn positieve impact echter sterk ingeperkt. Het omgekeerde is nodig om de gevolgen van de klimaatverandering te temperen. Hoe en waar kunnen we deze ecosysteemdiensten weer beter verweven met wonen, werken en mobiliteit? Hoe kunnen we ruimte maken voor waterzuivering, waterbuffering en hernieuwbare energieproductie? En waar en hoe kunnen we ruimte teruggeven aan de natuur?

Steeds meer vindt economische activiteit geïsoleerd plaats op bedrijventerreinen buiten en tussen woonkernen. Maar wonen en werken moéten dicht bij elkaar plaatsvinden als we de mobiliteitsproblematiek willen verminderen. Kan productieve activiteit opnieuw een plaats krijgen in stads- en dorpskernen? En om welke productieve activiteiten gaat het dan? Kunnen we meer synergie of overlap ontwikkelen tussen het stedelijk systeem en het havensysteem? Welke kansen liggen hier voor het stimuleren en opschalen van korte ketens en voor de circulaire economie? En hoe kunnen we plaats maken voor de nieuwe economische kringlopen?

Er zitten ingrijpende en mogelijk disruptieve veranderingen aan te komen in de mobiliteits- en transportsector: van zelfrijdende elektrische voertuigen en deelsystemen tot mobility as a service(waarbij mobiliteit niet als een consumptiegoed gezien wordt, maar als een voorziening). Wanneer we erin slagen om de verschillende vervoersmodi en de daarvoor noodzakelijke infrastructuur slim op elkaar af te stemmen, kan er op regionale schaal een verbonden mobiliteitsnetwerk ontstaan, dat als katalysator zal fungeren voor nieuwe, duurzame ontwikkelingen. Wat betekent een dergelijke omschakeling voor de woonopgave? Waar ontstaan nieuwe knooppunten of worden bestaande versterkt? Welke plekken lenen zich tot verdichting en bundeling van functies en voorzieningen? En welke plekken lenen zich tot luwte, open ruimte, en ontharding (waterdoorlatend of groen maken)?

Het IABR–Atelier Oost-Vlaams Kerngebied werkt tegelijkertijd langs drie verschillende werksporen om de meervoudige opgaven en kansen met de bijhorende strategieën en concrete, realistische projectvoorstellen te integreren in één overtuigend toekomstverhaal. Daarbij gaat het niet alleen over visievorming, maar onmiddellijk ook over (durven) testen en doen. Voor een wezenlijk andere koers richting werkelijk duurzame oplossingen is het nodig dat iedereen meedoet. Het IABR–Atelier Oost-Vlaams Kerngebied wil daarom een rol spelen bij het ontwikkelen van een regionaal open kennisplatform. Samen met lokale overheden en stakeholders wordt gewerkt aan een breed gedragen toekomstverhaal voor de hele regio.

Het IABR–Atelier Oost-Vlaams Kerngebied zet drie coalities op. Zij zullen door middel van ontwerpend onderzoek, het stimuleren van nieuwe specifieke allianties, het bundelen van internationale kennis en lokale input en publiek debat toewerken naar drie exemplarische transformatieprojecten die ook worden getest. Zo maken ze het regionaal toekomstverhaal concreet. Opgebouwde kennis en ontwikkelde strategieën worden gedeeld met nieuwe allianties en ingezet op andere, soortgelijke plekken.

Motto is: The next big thing will be a lot of small things. Aan de toekomst van een regio wordt op vele plaatsen tegelijk gebouwd. Het regionaal open kennisplatform en de demonstratieprojecten leveren stap voor stap kennis en inzichten waarmee de huidige beleidsinstrumenten getoetst kunnen worden. Hoe kan het anders en beter? Wat werkt waar? En waar niet? Welke samenwerkingsverbanden of -vormen ontbreken en hoe kunnen die gestimuleerd worden? Welke alternatieve instrumenten en methodes helpen de gewenste transformatie te stimuleren en te versnellen?

Type: onderzoek, atelier

Jaar: 2017-2020

Opdrachtgever: IABR, Provincie Oost-Vlaanderen

Partners: Studio018 Paola Viganò, lab-U - EPFL, Michiel Dehaene (UGent), pta, antea, 1010a, Verena Balz, Meneer De Leeuw, TML Leuven, plusoffice, enprove, shaved monkey, spaced, Voorland

Tags: IABR, demografische groei, hefboom, open ruimte, verdichting