About

Missie: Wie zijn we? Waarvoor staan we?

Architecture Workroom Brussels is een cultureel innovatiehuis voor de transformatie van de sociale en fysieke leefomgeving. De missie van de organisatie is het aandrijven van de transitie naar een solidair, duurzaam en circulair stadslandschap via ontwerp en architectuur. Het ondersteunt de ontwikkeling van nieuwe projecten, coalities en praktijken die een antwoord bieden op belangrijke maatschappelijke opgaven van morgen, rond thema’s als voedsel, water, energie, mobiliteit, wonen en gemeenschap. 

Het innovatiehuis zet ontwerp en cultuur in als de hefbomen om haar missie te realiseren. Ruimtelijk en ontwerpend onderzoek spelen een belangrijke rol in de verkenning en verbeelding van mogelijke toekomsten. Maar AWB gaat voorbij het agenderen van wat zou kunnen. Het cultureel innovatiehuis treedt op als verbinder in functie van nieuwe coalities, projecten en praktijken, met effectieve transformaties in de leefomgeving als resultaat. 

Daarvoor brengt AWB zowel vernieuwers als de huidige dominante spelers samen in een nieuwe praktijkomgeving. AWB biedt de context en de instrumenten aan ontwerpers, lokale organisaties, bovenlokale overheden en kennisinstellingen om te ontwerpen aan concrete, voorstelbare en realiseerbare antwoorden op de pregnante vragen van deze tijd. 

De focus van het innovatiehuis is de toekomst van de Europese gebouwde en open ruimte in het algemeen, en van de verstedelijkte, centraal-Europese rivierendelta van Rijn, Maas en Schelde in het bijzonder. Brussel, kleine kosmopool en Europese hoofdstad, is zowel de ideale internationale context als een exemplarisch laboratorium voor de missie van het innovatiehuis. 

 

Visie: Waar geloven we in?

·     Architectuur als praktijk van praktijken

Het begrip ‘Architecture’ binnen AWB staat voor het collectief ontwerpen van de transitie van onze leefomgeving: van het ontleden van sociaal-ruimtelijke opgaven tot het omkaderen van ateliers, en van de schaal van het gebouw tot die van het stadslandschap. De term die AWB gebruikt om deze ontwikkeling te positioneren binnen onze kunstvorm is (ruimtelijke) transformatie. Die staat centraal in de eigen discipline, maar nodigt ook andere actoren uit. AWB sluit de huidige en toekomstige rol en bijdrage van architectuur niet op in één type praktijk. Er bestaat een cascade van architecten die ontwerpen om te bouwen en daarin excelleren (denk aan Robbrecht and Daem, De Smet Vermeulen, jo taillieu architecten, BEEL architecten, XDGA, OFFICE Kersten Geers David Van Severen, architecten jan de vylder inge vinck, V+ en vele anderen), praktijken die verkennend werken (denk aan 1010au, 51N4E, Bovenbouw), praktijken die experimenteren met nieuwe technieken en rollen (denk aan Rotor, BC materials), praktijken die samen met burgers sociaal-ruimtelijke cocreatiestrategieën ontwikkelen (denk aan Endeavour), architecten die mee de agenda bepalen (denk aan RE-ST en het niet-bouwen), architect-activisten (denk aan Filter-Café-Filtré, Pool is Cool), architect-scenografen (Gijs Van Vaerenbergh), enzovoort. AWB spreekt over een Praktijk van praktijken en positioneert deze verschillende rollen niet in tegenstelling tot elkaar, maar in een samenhangende keten. Het is voor al deze verschillende soorten praktijken dat AWB een platform voor praktijkontwikkeling wil bieden.

 

·     Cultuur voor cultuurverandering

Cultuur heeft een drieledige betekenis in de werking van AWB: het is middel voor innovatie (stuwend), biedt de vrije werkruimte(context) en laat toe om verschillende publieken te betrekken (verbindend). In de Davos Declaration “Towards a high-quality Baukultur for Europe” (2018) verklaren de Europese ministers van Cultuur dat “cultuur in het middelpunt dient te worden geplaatst van ontwikkelingsbeleid” en dat er “dringend behoefte is aan een holistische, cultuurgerichte benadering voor de gebouwde omgeving” i.f.v. sociale, milieu- en economische doelstellingen. Er is nood aan Third Spaces (gemeenschaps- of tussenruimtes) waar de creatieve context wordt gecreëerd om samen doorbraken te formuleren die in klassieke project- of beleidsomgevingen niet mogelijk zijn. Dat soort cross-sectorale omgevingen zijn nodig om het innovatie- en ondernemerspotentieel van onze maatschappij in te schakelen. Cultuur wordt ook op deze manier gepositioneerd door de Europese Commissie in o.a. “The role of public policies in developing entrepreneurial and innovation potential of the cultural and creative sectors” (2018). In de Landschapstekening Kunsten(2019) staat bevestigd dat architectuurcultuurorganisaties “als een soort ‘buitenboordmotor’ fungeren om de architectuurpraktijk richting te geven, zoals nu al gebeurt via het traject The Missing Link, een samenwerking tussen AWB en de Internationale Architectuur Biennale Rotterdam, het Kempenlab van AR-TUR of de BWMSTR Labels van de Vlaams Bouwmeester en VAi”.
 

·     Systeemverandering op concrete plekken

De architectuurpraktijk kan een bijdrage leveren aan het laten landen van grote maatschappelijke opgaven. Ontwerp integreert abstracte, systemische uitdagingen en verknoopt ze met lokale initiatieven op concrete plekken. De energietransitie wordt tastbaar wanneer het gaat over het renoveren en toekombestendig maken van een hele wijk. De vraag naar duurzaam, lokaal geproduceerd voedsel gaat over het ontwikkelen van voedsellandschappen op vruchtbare, goed verbonden locaties. Enzovoort. Het terugbrengen van systemische doelstellingen tot tastbare toekomstplekken zoals energiewijken, voedsellandschappen, klimaatstraten, wijkmotoren, of bufferbeken stelt actoren in staat (1) om zich betekenisvol te verhouden tot deze doelstellingen, vanuit de eigen dagelijkse leefomgeving en (2) om sociale, ecosystemische en economische opgaves in samenhang aan te pakken. 
 

·     Maatschappelijke coalities en projecten

De maatschappelijke relevantie van de ontwerppraktijk ligt in het uitbreken uit de eigen sector. De hoogste innovatienood ligt niet in specialisatie, maar in de verbinding van verschillende actoren en disciplines. De Davos Declaration (2018) benadrukt dat “een kwaliteitsvolle Baukultur enkel kan ontstaan in de context van interdisciplinaire dialoog en door middel van meerlagige en sectoroverschrijdende samenwerking tussen beleidsmakers, bevoegde instanties en vakspecialisten. Aangezien ze creatieve, functionele en sociale aspecten behelst, dienen alle relevante disciplines en beroepsoefenaars op gelijk voet deel te nemen.” Daarom moet praktijkvernieuwing zich richten op het aangaan van samenwerkingen met andere disciplines – met economen, sociologen, energie-experts, voedselproducenten, burgerbewegingen en beleidsmakers. Er zijn praktijkomgevingen nodig waar in partnerschap met de maatschappelijke partijen kan worden gewerkt.
 

·     Operationaliseren door ‘wat’ en het ‘hoe’ samen te ontwerpen

Meningen en intenties hebben we genoeg. De grootste creatieve opgave is de gezamenlijke operationalisering van dat waar we voor pleiten. In plaats van in abstractie te plannen vanuit ieders eigen hoek, moeten we het omkeren en vertrekken vanuit het doen. Dat is geen zuiver technisch vraagstuk, het is een culturele opgave. Het vergt nieuwe samenwerkingen en afstemming tussen diverse actoren. AWB zet innovatiekracht en -ruimte in om die passage à l’acte te ontwerpen. Of met andere woorden, het gelijktijdig oppakken van het ‘wat’ en het ‘hoe’. De verbeelding van een mooiere toekomst zal niet volstaan als ze niet is bedacht vanuit het samenspel van actoren en middelen die ze moeten realiseren. Dit kan enkel via learning-by-doing: door ook vanuit het ‘hoe’ te ontwerpen, krijgen we pas echt in beeld ‘wat’ we effectief ‘met wie’ samen kunnen doen.