Stad Antwerpen wil inzetten op een vernieuwingsproces. Het strategisch Ruimtelijk Structuurplan Antwerpen zal herzien worden aan de hand van drie thematische pijlers: Stromende stad, Samenwerkende stad, en Levende stad. Architecture Workroom Brussels deed voor het onderdeel Levende stad samen met antropologe en pedagoge Ruth Soenen van Simply Community en sociaal-geograaf Christian Kesteloot van de afdeling geografie aan de KULeuven onderzoek naar de randvoorwaarden en hefbomen om levendigheid in wijken in kaart te brengen.
Het doel van de studie is drieledig. Ten eerste is het de bedoeling om te komen tot een beter inzicht in het concept levendigheid en wat dit kan betekenen voor wijken in toekomstige stadsontwikkelingsprocessen. Ten tweede biedt een eerste mappingsonderzoek in drie geselecteerde Antwerpse wijken inzicht in de diverse meerwaarden die kunnen voortvloeien uit levendigheid. Tot slot wordt door het onderzoeksteam een methode ontwikkeld die toelaat om levendigheid in kaart te brengen. Daarbij worden eerste krijtlijnen uitgezet en aanbevelingen meegegeven voor de manier waarop de Stad Antwerpen ook in de toekomst verder werk kan maken van levendige wijken.
Centraal in dit onderzoek rond mapping van levendigheid in wijken, staat de gebruiker en een alledaags perspectief op de ruimte. Levendigheid is in de eerste plaats een ervaring, en situeert zich in het alledaagse doen en laten van mensen. Een levendige wijk, is een wijk waar de waarde die gebruikers (individueel of collectief) genereren ook op een of andere manier terugvloeit naar de wijk. Maar levendigheid laat zich moeilijk meten, dus het is belangrijk om naast harde data ook voldoende oog te hebben voor zogenaamd zachte data.
Het vraagt om een gelaagde onderzoeksbenadering: de combinatie van een antropologische, ruimtelijke en sociaal-geografische benadering levert nieuwe inzichten op, en laat toe om zowel oog te hebben voor de sociale als de ruimtelijke dimensie.
Zo liet het mappingsonderzoek bijvoorbeeld zien hoe 20e-eeuwse wijken door buitenstaanders al snel als doods worden gepercipieerd, terwijl er in de realiteit vaak zeer levendige straten of buurten aanwezig zijn. Alleen is deze levendigheid minder zichtbaar en van een andere orde dan de levendigheid die geassocieerd wordt met de binnenstad.
Vanuit de gebruiker naar de wijk kijken is een radicale omkering van de gangbare benadering. Onze aanpak is er niet op gericht om een wijk of stad in te richten op maat van op voorhand vastgestelde doelgroepen met behulp van een gespecialiseerd aanbod. We stellen daarentegen een sociaal-ruimtelijke aanpak voor die veel dichter aansluit bij de huidige, meer complexe, en reële context van wat al aanwezig is. Zo kunnen we de meervoudige identiteiten en meerlagige betekenissen die in de stedelijke ruimte verborgen zitten, blootleggen, benoemen en in kaart brengen. Bovendien kan de overheid zo in de toekomst een meer actieve rol opnemen.
De belangrijkste les uit deze studie is dat er voor levendigheid in wijken niet één succesrecept bestaat, maar dat het er net op aan komt om beter in te spelen op de grote diversiteit en eigenheid van buurten en wijken, door meer rekening te houden met de vele schakeringen waarin levendigheid zich laat ervaren. Vandaag is er in het algemeen nog weinig oog voor het belang van het ‘kleine ontmoeten’, en dat terwijl burenconnecties een zeer belangrijke rol spelen, ondanks het feit dat ze voor buitenstaanders vaak onzichtbaar zijn. Om beter vat te krijgen op die alledaagse levendigheid, kan de wijk als tussenschaal een sleutelrol spelen. Het gaat om levendigheid van een andere orde dan die van de binnenstad. Het potentieel van de wijk- en buurtschaal kan in de toekomst nog veel sterker worden uitgespeeld. De stad is te groot, het individuele project is te klein, maar op wijkniveau is het mogelijk om door middel van een samenspel van sociaal-ruimtelijke projecten en trajecten aan levendigheid als positief vliegwiel voor de wijk te werken.
Deze studie reikt dus een andere bril aan om naar levendigheid te kijken en biedt het ook een ruimer kader met bijhorende handvaten om in Antwerpen in de toekomst beter te anticiperen en te reageren op verwachte en onverwachte sociale en ruimtelijke veranderingsprocessen. Het thema levendigheid raakt namelijk aan een brede waaier van grootstedelijke fenomenen zoals bevolkingstoename, migratie, sociale veiligheid, economische ontwikkeling, eenzaamheid, en samenleven.