Open ruimte is cruciaal voor de toekomst van een verstedelijkt Vlaanderen. Die open ruimte open houden én zorgvuldig blijven beheren is een noodzaak, maar evident is dat niet. Bijna de helft van de open ruimte in Vlaanderen is in gebruik voor landbouw. Landbouwers zijn dus de belangrijke partners bij de uitdagingen voor open ruimte. Hoe kunnen we open ruimte versterken via duurzame landbouw? Dat werd een sleutelopgave binnen het programma Pilootprojecten Productief  Landschap.
 

In opdracht van het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek en het Team Vlaams Bouwmeester voeren MAAT ontwerpers en Architecture Workroom Brussels samen een studieopdracht uit als strategische verkenningsfase voor het ontwikkelen van Pilootprojecten Productief Landschap. Het traject zet in op productieve landschappen, of open ruimtes die zo beheerd worden dat ze ecologisch en economisch productief worden en maatschappelijke meerwaarde opleveren. Via Pilootprojecten Productief Landschap kan een interessante wisselwerking ontstaan tussen de agrarische sector en het planologisch beleid.

Het uiteindelijke doel is bijdragen tot de uitbouw en de ondersteuning van een veerkrachtige landbouw in een kwalitatieve en robuuste open ruimte, gekoppeld aan een zorgzame en duurzame omgang met ons leefmilieu en natuurlijke hulpbronnen. Dat wil zeggen: de effectieve realisatie van projecten die een voorbeeld- en voortrekkersrol opnemen in de totstandbrenging van een productief, gedeeld landschap, in het boeken van maatschappelijke winsten, alsook in het formuleren van beleidsaanbevelingen die voortvloeien uit de nieuwe inzichten.

Voor de strategische verkenningsfase is een plan van aanpak uitgezet waarbij drie werkvelden geëxploreerd worden en steeds met elkaar in verband worden gebracht: (1) thematische uitdagingen en kansen, (2) regionale verschillen en systemen en (3) opties voor ontwikkeling en bedrijfsvoering. Door het kruisen van deze drie werk- en kennisvelden wil deze studieopdracht verder gaan dan literatuurstudie of het verzamelen van bestaande expertise. De studie wil een helder beeld krijgen van de huidige mechaniek van de landbouw en voedselproductie in Vlaanderen – inclusief tendensen, uitdagingen en kansen – om vervolgens een prospectief kader uit te tekenen voor alternatieven.

Klimaatakkoorden, duurzame ontwikkeling en grootschalige transities in de landbouwsector, waar onder meer het aantal landbouwers drastisch daalt, vragen om een proactieve houding. Daarom werden zowel bestaande landbouw systemen als nieuwe landbouwmodellen, bedrijfsvormen en -activiteiten meegenomen in het onderzoek: landbouwcoöperaties, kortere ketens tussen producent en consument, stadsgerichte landbouw, enz. Die nieuwe modellen zijn immers noodzakelijke aanvullingen om de landbouwruimte leefbaar te houden. Dat leidde dan weer tot de vraag hoe die nieuwe vormen er kunnen uitzien en hoe ze effectief bijdragen aan de landbouwruimte. Om daarop een antwoord te vinden zijn vijf pilootprojecten geselecteerd en uitgewerkt via ontwerpend onderzoek.

De volgende vijf kapstokken kunnen helpen om de verzamelde kennis ten volle in te zetten. Een productief landschap met duurzame voedselproductie vergt:
1. Blauwe klimaatdiensten: een veerkrachtig landbouwsysteem creëert klimaatkansen door water en landbouw te combineren.
2. Transformatiebegeleiding: begeleid landbouwers structureel bij hun transitie of op hun weg naar een maatschappelijk gewenste bedrijfsvoering.
3. Een voedselregisseur: geef ruimte aan een stedelijke voedselregisseur.
4. Agrarische reconversie: doorbreek de cirkel van niet-agrarisch hergebruik op het platteland.
5. Productieve stedelijke ruimte: benut het productief potentieel van steden.

Concluderend: de landbouwsector verandert voortdurend, net als de maatschappij. Globalisering, klimaatverandering, verduurzaming, verstedelijking en bevolkingsgroei zijn enkele trends die ruimte vragen en impact hebben op de landbouwbedrijvigheid. De landbouwer moet zich noodzakelijkerwijs voortdurend aanpassen, maar die aanpassingen worden bemoeilijkt omdat individuele belangen niet altijd samengaan met collectieve belangen of omdat vele opeenvolgende beslissingen van private en publieke partijen het speelveld inperken.

De bestaande interne motor van verstedelijking mag niet blijven draaien op het platteland en dus moeten mogelijkheden worden uitgespit voor landbouwreconversie via omkeerbaar bouwen. De Pilootprojecten Productief Landschap tonen tot slot dat er veel nuttige synergie ontstaat door de twee werelden van landbouw en ontwerp samen te brengen. Meer ontwerp van, voor en met landbouw blijft nuttig en nodig. Ontwerp van de open, rurale ruimte is in Vlaanderen een nog grotendeels onbekende discipline. Nochtans kan er heel wat verdere expertise in worden opgebouwd die veel mogelijkheden biedt voor een duurzame toekomst.

Type: onderzoek, publicatie, atelier

Thema’s: Open Ruimte, Grond

Jaar: 2013

Opdrachtgevers: Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek, Team Vlaams Bouwmeester