De intercommunale Leidedal werkt aan de regiovisie voor de regio rond Kortrijk. Naar de stad waarrond de regio is gesitueerd gaat momenteel al voldoende aandacht, maar de kleinere gemeentes errond profiteren niet noodzakelijk mee van projecten in de stad. Daarom is het noodzakelijk om eigen projecten op te zetten.

Binnen de ambities en de krachtlijnen van de regiovisie van Kortrijk ging Architecture Workroom Brussels op zoek naar manieren om ruimtelijk ambities en krachtlijnen te koppelen aan elkaar.

De ambities zijn om de regio klimaatneutraal, ruimteneutraal, bereikbaar en nabij, (on)begrensd en leefbaar te maken. Krachtlijnen die daarbij worden opgezet zijn een veerkrachtig blauw-groen netwerk, het versterken van kernen en stedelijk netwerk, en het activeren van productieve landschappen. De krachtlijnen bundelen al een aantal ambities. Architecture Workroom Brussels probeert die drie krachtlijnen samen te nemen in verschillende omgevingen en dus koppelingen – of verbindende ruimtelijke concepten – te maken.

Koppeling 1: Een robuust watersysteem
De problemen waarmee de regio kampt zijn overstroming, erosie, landbouw die veel water verbruikt en verharding. Door het implementeren van een robuust watersysteem versterk je het groen-blauwe netwerk verder, maak je landbouw productiever, en creëer je kwalitatievere woonomgevingen.

Koppeling 2: Een duurzaam blauw energielandschap
Het watersysteem heeft door de jaren heen ook voor verstedelijking gezorgd. Hoe kan je nu die verstedelijking op duurzame manier van energie voorzien? Het is logisch om daarvoor het water te gebruiken, dat toch aanwezig is. Voor het warmtenet kan water bijvoorbeeld koeling zijn, maar water kan ook warmte kan transporteren.
Mogelijke nieuwe activiteiten zijn publieke ruimte gebruiken als hefboom voor de transformatie van woonwijken en landbouw inzetten als deel van circulaire energie. De focus ligt in deze koppeling op de connectie tussen verstedelijking, waternetwerk en energie.

Koppeling 3: Een structurerend blauw-groen netwerk
De verharding en de verkaveling zet zich steeds verder door. Daardoor zit groen opgesloten in en tussen bouwblokken. De groene ruimte moet dus dringend interessanter en zinvoller worden. Dat betekent dat de verstedelijking moet poreuzer moet worden. Verstedelijking mag de sponswerking van het landschap niet in de weg staan – dat is het geval wanneer de bodem niets meer kan opnemen. Binnen de verharding kan groen bijvoorbeeld voor verkoeling zorgen. De connectie die bij deze koppeling centraal staat, is die tussen verstedelijking, watersysteem en groen netwerk (biodiversiteit).

Koppeling 4: Een verbonden voedsel-woonlandschap
Het is belangrijk om de link tussen de voedselproductie en de stadsbewoner weer te herstellen. Dat kan door de landbouw in de stadsrand te diversifiëren (in tegenstelling tot monocultuur). Dit kan naast de grootschalige landbouw bestaan, en de diversiteit kan een hefboom zijn tussen landbouw en stad, met onder meer kleinschalige initiatieven zoals boerenmarkten die proberen een brug te maken tussen wat er in de rand geproduceerd wordt en de stad. Op die manier wordt de omgeving ook recreatief interessanter, wat kan uitdagen om de leegstaande hoeves te gaan herbestemmen.

In de publieksbrochure ‘Contrei. Samenwerken aan een regio in transitie’ zijn deze vier koppelingen verbeeld in een aantal streekgebonden en dus herkenbare landschappen. Daarnaast werd ook uitgezocht waar de opgaves zich in de hele regio aandienen. Zo krijg je een duurzaam ontwikkelingskader voor de volledige regio wanneer je de kaarten per koppeling op elkaar legt.
 

Type: expo

Opdrachtgever: Leiedal

Link publieksbrochure: https://issuu.com/leiedal/docs/20180831_-_contrei_-_publieksbrochu