We zoeken naar nieuwe manieren van samen creëren, leren en ontmoeten, als drijvende kracht voor maatschappelijke, sociale en ruimtelijke transities. Wie bouwt mee aan ruimte voor de stad van morgen? In Brussel is de vraag naar fysieke ruimte even groot als urgent. Tal van kansrijke organisaties zijn tevergeefs op zoek naar een thuisbasis, waar ze zichzelf kunnen verankeren en ontwikkelen. Andere organisaties hebben daarentegen fysieke ruimte ter beschikking, die ze graag zouden invullen in samenwerking met lokale gemeenschappen en initiatieven. Als hun wegen kruisen, ontstaan kansen voor ruimtedeling waarbinnen een vruchtbare samenwerking tot bloei kan komen.
Daarom lanceerde de Vlaamse Overheid in augustus 2021 de projectoproep ‘Gemeenschapsinfrastructuur als Broedplek in Brussel’, waarbij zij 2,3 miljoen euro aan financiële ondersteuning beschikbaar stelde voor de realisatie van 'Broedplekken’, een begrip dat de afgelopen jaren verder vorm heeft gekregen. In tegenstelling tot ruimtelijke typologieën die voor een specifiek programma ontworpen worden, zoals een sporthal, een theaterzaal of een cafetaria, is een Broedplek een nieuw type maatschappelijke infrastructuur dat niet eenduidig te definiëren valt. Het zijn plekken die bestaan uit bakstenen én mensen, waar lokale gemeenschappen en organisaties gezamenlijk metselen aan nieuwe samenwerkingsvormen en zo een antwoord bieden op uitdagingen in de hoofdstad. Organisaties versterken er elkaars inhoudelijke werking, en zetten in op (inter)sectoraal samenwerken, het faciliteren van meervoudig ruimtegebruik en een toekomstgerichte aanpak. Ze vormen zo de kiemen van stedelijke toekomstplekken. Het zijn speelplaatsen die niet alleen door kinderen bespeeld worden, maar door alle wijkbewoners; officiële instituten die worden opengebroken en herdacht; plekken die de wijk activeren en wijkbewoners laten nadenken over de toekomst van hun leefomgeving; of een leegstaand gebouw dat een nieuwe invulling krijgt.
Architecture Workroom Brussels nam binnen dit proces een coördinerende rol op zich. In eerste instantie lag de focus, anders dan bij reguliere subsidiedossiers, op het traject voorafgaand aan de indiening. De verschillende organisaties die zich kandidaat stelden werden met elkaar in contact gebracht en mogelijke koppelkansen voor inhoudelijke kruisbestuiving en het delen van infrastructuur werden geïnventariseerd. Met een groep van ruimtelijke, financiële en organisatorische experts ondersteunden we de meedingende organisaties bij het concretiseren en scherpstellen van hun subsidieaanvraag.
In de zomer van 2022 werd aan twaalf aanvragers een investeringssubsidie toegekend. Broedplekken Walter Werkt, Cultureghem, Kuumba, Hoofdstedelijke Kunstacademie, Sint-Jans-Molenbeek Scholengroep, Globe Aroma, Passa Porta, Hovenier, Danscentrumjette, Liga voor Mensenrechten, Track en Jeugdcentrum Aximax zullen minstens de komende tien jaar samen met hun partnerorganisaties werken aan het vormgeven van hun Broedplek. Zo creëert Cultureghem een mobiele Broedplek, die inzetbaar is in de publieke ruimte. Dit doen ze samen met een grote groep partners (MUS-E Belgium, Pool is Cool, Brede School, SAAMO Brussel, FilterCaféFiltré Atelier, Molenbeek Rebels Basketball, Nakama, Kuregem Boxing Academy). Globe Aroma, Terra Nova en Community Land Trust Brussels brengen artistieke en educatieve programma’s samen met sociale huisvesting. Infrastructuurwerken in Danscentrum Jette zorgen voor een vernieuwende cross-over met Labolobo en TOOP uit de zorg- en gezondheidssector. Het gemeentebestuur van Sint-Jans Molenbeek wil met Ket&Co, De Molenketjes, D'Broej Centrum West/Overkop, BS Molenbeek en Labolobo transformeren tot een ontmoetingsplek en organisatienetwerk om het sociale weefsel rond de school te versterken.
Na de toekenning van de investeringssubsidie, werden de verschillende Broedplekken meegenomen in het vervolg van het begeleidingstraject. Deze begeleiding bestond uit het verder uitbouwen van hun traject, het realiseren van de vooropgestelde ambities en deze waar mogelijk te overstijgen. Vier intervisiemomenten gaven inzage in de successen en struikelblokken bij de ontwikkeling van Broedplekken: Op welke manier organiseert men zich? Op welke manier draagt het delen van de ruimte wel of niet bij aan de uitwisseling tussen de organisaties? Zijn er nieuwe inzichten op vlak van ruimtelijke of andere aspecten ten aanzien van het initiële dossier? Daarnaast legden de werkmomenten bloot hoe organisatorische en ruimtelijke bouwstenen zich tot elkaar verhouden.
De Trefdag Brussel, een ontmoetingsmoment tussen Vlaams-Brusselse actoren die plaatsvond in september 2023 en het slotmoment in januari 2024, gaven zichtbaarheid aan het Broedplekkentraject, niet alleen om het huidige netwerk van Broedplekken te valoriseren maar ook om eventuele toekomstige organisaties en praktijken te inspireren. Met het oog op die maatschappelijke noodzaak voor meer ruimte voor sociaal-maatschappelijke infrastructuur, werd zo in het traject naast begeleiding van de praktijk, ook ingezet op de verkenning van een toekomstbestendig beleid dat de realisatie van meer Broedplekken in Brussel en Vlaanderen faciliteert. Een brede stuurgroep uit Brussel en Vlaanderen gaf richting aan de beleidsaanbevelingen voor sociaal-maatschappelijke infrastructuur. Sport Vlaanderen, VGC, G-O onderwijs, Departement Cultuur, Jeugd en Media, Departement Onderwijs en Vorming, Departement Werk en Sociale Economie, Team Vlaams Bouwmeester en Team Brussels Bouwmeester, maar ook middenveldorganisaties zoals De Ambrassade, Kenniscentrum Welzijn, Wonen en Zorg en Cultuur OP/TIL werden betrokken bij de consolidatie en de doorvertaling van beleidsaanbevelingen richting regeerakkoorden, zowel op Vlaams niveau als op niveau van de beleidsnota’s in de diverse beleidsdomeinen.
De eerste twaalf Broedplekken in Brussel kunnen gezien worden als een experiment dat vertrok vanuit het engagement van de samenwerkende partners om voor de komende tien jaar te blijven werken aan hun gedeelde Broedplek. Het driejarig proces, vervat in één overzichtstekening en een eindrapport aan het einde van het traject, laat toe om een eerste inzicht te krijgen in hoe dit soort stedelijke plekken vorm kunnen krijgen. Elk van hen ging op een eigen manier om met de drie vooropgestelde ambities uit de projectoproep, namelijk het ‘faciliteren van meervoudig ruimtegebruik’, het ‘stimuleren van intersectorale samenwerking’ en het ‘bijdragen aan een toekomstgerichte aanpak’. Er bestaat dan ook geen eenduidig recept voor het opzetten van een Broedplek. Wel zijn er terugkerende bouwstenen, uitdagingen en verhalen waar we uit kunnen leren. Zo groeiden de twaalf Broedplekken uit tot een sterk verbonden netwerk van plekken in de stad. Ze vertellen stuk voor stuk een verhaal van maatschappelijke verandering, telkens op een andere, maar herkenbare manier. Daarbij vertrekken ze niet vanuit de grote doelstellingen die ver voor ons uit liggen, maar vanuit een concrete zoektocht van gebruikers, bewoners, jongeren, ouderen, kunstenaars of ondernemers om de stad en samenleving van morgen samen vorm te geven.
Broedplekken voor Brussel | 59 MB |