Om het systeem te veranderen moeten we begrijpen hoe het samenkomt op de grond

In welke context moeten we de hedendaagse ruimtelijke praktijk plaatsen? Als we het politieke landschap bekijken, zien we een steeds grotere kloof tussen verschillende ideologieën. Bruno Latour onderzoekt in Waar kunnen we landen? wat we kunnen leren van het heersende klimaatnegationisme (Latour, B., 2018). De terugtrekkening van Trump uit het klimaatakkoord van Parijs ontleedt hij als een reactie op het aanvoelen dat een onbegrensde groei gewoonweg niet past in het beschikbare territorium. Het enige antwoord – als we niet bereid zijn om ons groeidenken bij te stellen – is dat territorium vervolgens staalhard ontkennen. Maar wat kunnen we tegen dit ‘bodemloze’ denken inbrengen? Latour leidt ons terug richting Aarde. Die beweging gaat uit van de vaststelling dat in ons huidige tijdskader alles vertrekt vanuit een ecologisch vraagstuk. Het gaat niet om kiezen tussen de sociale of de ecologische kant van het verhaal, we zullen onze sociale uitdagingen alleen kunnen aanpakken als we dat doen vanuit de kiemen van ons bestaan: onze bodem, ons territorium, onze Aarde. En daarin hoeven we niet romantisch te denken: die bodem ziet er lang niet meer hetzelfde uit als enkele honderden jaren geleden, de mens (met zijn invloeden) is inherent deel gaan uitmaken van het systeem. Om het meest voor de hand liggende en meest letterlijke voorbeeld te gebruiken: we kunnen kaarten tekenen van de samenstelling van de ondergrond zoals die er pakweg honderd jaar geleden uitzag. Maar van de meest actuele bodemgesteldheid hebben we geen idee. Waarom? Omdat die niet logisch te extrapoleren is volgens natuurwetenschappelijke principes, maar door onregelmatige en moeilijk te traceren menselijke ingrepen is beïnvloed en gemuteerd. De atlas van de huidige staat van ons territorium, die we eigenlijk nodig hebben om gefundeerde beslissingen te nemen, bestaat nog niet (of anders: niet meer). Of als we Latour iets breder interpreteren: het is in de ruimte, in de tastbare realiteit waar alles samenkomt, dat we aan verandering kunnen werken. Technologische innovaties kunnen ons daarbij helpen, maar als het erop aankomt, zal de ruimtelijke optelsom steeds moeten kloppen.